Landschapsschilders hebben vaak hun eigen favoriete plekje. Ze keren er telkens naar terug om in dezelfde herberg te overnachten, dezelfde mensen tegen te komen, en op hetzelfde plekje te schetsen of te schilderen. De Amsterdamse kunstenaars trokken naar de omgeving van Abcoude, de mannen (en vrouwen!) van kunststroming De Stijl trokken naar Domburg in Zeeland, de schilders van de Haagse School naar Noorden, aan de Nieuwkoopse Plassen, tenminste, als ze natuurlijk niet in Den Haag waren, of Scheveningen.
Voorbeeld: Jan Hendrik Weissenbruch (1824-1903). Hij is wel de vrolijkste vertegenwoordiger van de Haagse School genoemd, niet zozeer vanwege zijn karakter alswel vanwege het relatief uitbundige kleurgebruik in zijn werk. Noorden bij Nieuwkoop, dat was zijn plek. En daar zocht hij vaak dezelfde molen op. Hij heeft nooit zelf de naam van zijn favoriete molen genoemd, alleen “Molen bij Noorden” maar die is wel te achterhalen:
Er waren verschillende droogmakerijen in de buurt van Noorden, die als tweegang met grondzeilers bemalen werden. Het meest nabij Noorden stonden ondermolen (2176) en bovenmolen (8114) van de Nieuwkoopse droogmakerij, 4e gang. De ondermolen verdween al in 1873, de bovenmolen 1894. Dus dit is waarschijnlijk de bovenmolen.
De ontwikkeling van Weissenbruch als schilder is goed te volgen uit zijn werken in deze omgeving. Een vroeg portret van een “molen bij Woerdens Verlaat” toont een idyllisch plaatje. Later werk laat de molens steeds meer in de mist verdwijnen.
De “Molen bij Woerdens Verlaat” zou goed de Oudhuizermolen kunnen zijn (1068). Kijkend langs de Ennipwetering (grens tussen Utrecht en Zuid-Holland) ligt dan in het verschiet de Wilnissermolen (392). De andere twee werken zijn moeilijker te plaatsen. Het is daar zo mistig…
1824 1903 J H Weissenbruch: Bij Woerdens Verlaat (part bezit)
Is de Rietmolen in Voorschoten /stompwijk op de achtergrond de korenmolen de Oranjeboom.
Vele schilders van de Haagse school hebben deze molens vastgelegd.
Dag Hans, hij lijkt inderdaad sterk op de Rietmolen, zoals bij voorbeeld Willem Roelofs die geschilderd heeft. Bij Roelofs staan er geen bomen op de linker oever, zodat je ook de Binnenpoldermolen aan de overkant van de Vliet ziet.
Alleen: Weissenbruch heeft zelf de titel aan het schilderij gegeven: “Bij Woerdens Verlaat”. Dat was vlak bij Noorden, waar hij vaak logeerde. Dus dat klinkt op zich wel logisch.
=
Ik zag dat jij een Facebook pagina met molenschilderijen hebt. Leuk! Ik ga hem volgen. Zelf ga ik 8 mei een lezing houden over molenkunst voor de Kunstkring Leiden/Leiderdorp. Misschien interesse?
Kunstschilders schoven nogal eens met molens en bomen om het plaatje in evenwicht te krijgen.
En er veel fantasie gebruikt in de kunst.
groeten Hans
Beste Hans en Peter,
De door Weissenbruch meerdere keren afgebeelde molens (“Bij Woerdense Verlaat”) stonden volgens mij niet bij Woerdense Verlaat, zoals volgens jou Peter, door Weissenbruch zou zijn aangegeven, maar op de grens van Nieuwkoop en Zwammerdam. Naar mijn mening gaat het hier om de Oude Meije molen, die tot 1919 dienst heeft gedaan met op de achtergrond de in 1809 gebouwde Nieuwe Ziendemolen aan de Ziende bij Zwammerdam. Beide molens waren betrokken bij het bemalen van de polder Nieuwkoop en Noorden.
Bij Woerdense Verlaat staat de Westveense molen (een wipwatermolen), maar bij mijn weten heeft daar in de buurt geen tweede molen gestaan, zoals Weissenbruch op enkele schilderijen en aquarellen heeft afgebeeld.