Rembrandt, we weten het, was een succesvol kunstschilder. Omdat hij zo bekend was, werkte hij veel in opdracht, en dat hield veelal in: portretten, en mythische voorstellingen. Dat zal wellicht de reden geweest zijn dat hij maar heel weinig landschap geschilderd heeft. Laat staan molens. Er is er eigenlijk maar één bekend, de bovenstaande dus.
Desalniettemin had het (stadse) landschap wél zijn belangstelling. Hij dwaalde regelmatig door en rond Amsterdam, en maakte daar vele schetsen, tekeningen en grafisch werk. Maar dus geen schilderijen.
Misschien wel zijn bekendste grafisch werk over Amsterdam is een zeer gedetailleerde gravure van molen ‘de Star’, beter bekend als de Kleine Stinkmolen, omdat hij leer bewerkte met levertraan, en dat stinkt. Het was één van de eerste Amsterdamse bolwerkmolens die als een (lage) stellingmolen werd uitgevoerd. De andere waren in eerste instantie standerds.
Waarom Rembrandt deze stinker uitkoos om er zo’n gedetailleerde gravure van te maken is onbekend. Hij moet urenlang in die lucht hebben gezeten..
Eén van de redenen waarom deze gravure zo bekend is, is omdat Rembrandt een foutje heeft gemaakt. Hij heeft de molen keurig gegraveerd zoals hij er uit zag, maar vergat dat de prent die ontstaat als de gravure wordt afgedrukt het spiegelbeeld laat zien. En in spiegelbeeld staat het wiekenkruis verkeerdom! Maar ach dat zal alleen een molenaar opvallen.
Terug naar dat ene molenschilderij. Een bijzonder werk, er zijn boeken vol over geschreven. De losse toets, de mystieke uitstraling, het tonale kleurgebruik, etc. Het heeft ook andere schilders geïnspireerd. Een mooi voorbeeld is uit de engelse romantiek. John Crome (1768-1821) maakte rond 1790 een kopie van het werk, en veel van de engelse romantische schilderkunst van na die tijd (John Constable, William Turner, etc) ademt dezelfde Rembrandteske sfeer.
De gedachte is ook bij de Rembrandt-vorsers opgekomen, dat dat ene landschap-schilderij een bijzondere betekenis voor Rembrandt gehad moet hebben. En dan is de gedachte logisch dat de inspiratiebron de molen van zijn familie geweest is. Zijn grootmoeder was al korenmolenaar, op een molen die buiten de stad Leiden aan het galgenveld stond. Als reactie op het Leidse beleg door de Spanjaarden werd de molen rond 1574 naar een plek binnen de stadsgrens verplaatst, op het bolwerk bij de Witte Poort. En dat zou dan de plek zijn die Rembrandt hier in beeld brengt.
Röntgen onderzoek van het schilderij heeft uitgewezen dat Rembrandt in eerste instantie ook nog een brug op het werk had gezet, op een plek overeenkomend met de singelbrug buiten de Witte Poort. Die brug heeft hij later weggeverfd, waarschijnlijk om de compositie mooier te maken.
Niet alleen schilders werden door Rembrandt geïnspireerd, ook molenaars. Zo stond er in de 18e eeuw een molen aan de Oude Rijn bij Hazerswoude. Een mooie in mozaïek gemetselde molen. Hij stond bekend als de Molen van Rembrandt, hoewel hij dus niets met de schilder van doen had. Wellicht heeft de molenaar gedacht dat de prijs van zijn meel hoger kon zijn wanneer gekoppeld aan zo’n beroemde naam.
Nog in 1856 – het stoomtijdperk was al aangevangen – werd de oude molen te Hazerswoude vervangen door een stellingmolen. In Nederland hielden we het nog vijftig jaar langer op windkracht in plaats van kolen en stoom, de nieuwe motor die het in onze buurlanden overnam.